Hieronder beschrijf ik tekstvragen, vier tekstvragen en één kadervraag, voor de cursus gamecultuur. De vragen hebben betrekking op de literatuur die onderaan deze tekst te vinden is.
tekstvragen
Aarseth, E. (2001)
Wat is de waarde van een separaat academisch veld voor game studies?
Raessens, J. (2006)
Raessens schrijft dat Internet en computergames “…medium-specific characteristics” hebben. Is dit wel het geval?
Frasca, Gonzalo (2003)
Frasco schrijft dat hij “simulation” een betere manier vind om de werkelijkheid weer te geven in vergelijking tot “narrative”. Is het wel het geval?
Bogost, Ian (2009)
Bogost argumenteert dat de vraag niet louter is “what is a game?”, maar dat de omstandigheden van de game, de situaties, van belang zijn. Als voorbeeld beschrijft Bogost 11 manieren om de game E.T. te interpreteren. Is het aantal mogelijke situaties beperkt of oneindig?
Kadervraag
De relatie van de vier teksten betreft definitie; het categoriseren van (computer)games en het belang van een separaat academisch ‘veld’. Vallen games te categoriseren?
Literatuur
Aarseth, E. (2001). Computer Game Studies, Year One. In: Game Studies 1 (1). http://www.gamestudies.org/0101/editorial.html
Frasca, Gonzalo (2003) ‘Ludologists Love Stories, Too: Notes from a Debate that Never Took Place’. In: Marinka Copier and Joost Raessens (eds), Level Up: Digital Games Research Conference Proceedings. Utrecht: DiGRA and University of Utrecht. Online: http://www.digra.org/dl/db/05163.01125
Raessens, J. (2006). Playful Identities, or the Ludification of Culture. In: Games and Culture 1 (1). http://www.raessens.nl/Publicaties/2006-Raessens-PlayfulIdentities.pdf
Bogost, Ian (2009). ‘Videogames are a Mess’. Presented at 2009 DiGRA Conference – Breaking New Ground: Innovation in Games, Play, Practice and Theory.
http://www.bogost.com/writing/videogames_are_a_mess.shtml